Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En tot die te [48]Hebron, en tot al de plaatsen, [49]waar David gewandeld had, hij en zijn mannen. 48. Zie van deze stad Gen.23:2 in de aantekeningen. 49. Dat is, waar David zich somwijlen met zijn volk onthouden had, als hij voor Saul heeft moeten vluchten. David is dankbaar geweest jegens diegenen, die hem met de zijnen geherbergd en goed gedaan hebben.